Jakob Klok, de rooie schoolmeester

Jakob Klok is een broer van Frouwke Kok, de grootmoeder van Berend Bossen.

Jakob (Jaap) Klok werd in 1893 geboren als het vijfde kind van Kars Klok en zijn vrouw Weia Penning die in Nieuw-Scheemda een winkeltje dreven en daarnaast ook nog wel met de marskraam liepen. In 1904 verhuisde het gezin Klok van een klein winkeltje naar een wat groter pand, met een winkel en een café.
Jaap bezocht de lagere school in Nieuw-Scheemda en moest al vroeg meehelpen in de winkel. Vaak moest hij lopend naar afgelegen boerderijen om boodschappenlijstjes op te halen en kleine boodschappen op te halen. Als er bij vergissing in de bestelling iets niet helemaal klopte, stond de boerin er uiteraard op dat de fout onmiddellijk werd hersteld wat er op neer kwam dat de kleine Jaap het hele eind nog een keer heen en weer moest lopen.
Hij kon goed leren en mocht daarom eerst naar de avondnormaalschool in Nieuwolda en later naar de dagnormaalschool in Winschoten om een opleiding tot onderwijzer te volgen.
Het verblijf op deze school heeft een beslissende invloed op zijn leven gehad: hij kwam er in aanraking met het democratisch-socialisme en de geheelonthouding, principes waaraan hij zijn leven lang trouw is gebleven.
In 1912 behaalde Jaap de akte van bekwaamheid als onderwijzer. Hij kon tamelijk snel aan de slag: eerst in Wagenborgen en een paar maanden later in Finsterwolde.
In 1915 moest hij in verband met de dreigende oorlogsomstandigheden als ‘landstormplichtige’ onder de wapenen. Behalve dat hij in militaire dienst zich sterk maakte voor de Sociaal Democratische Soldaten Vereniging, behaalde hij ook de hoofdakte. Dat gaf hem de mogelijkheid om de dienst weer te verlaten als hij hoofd van een kleine school kon worden. Dat gebeurde dan ook toen hij in 1917 benoemd werd aan de openbare lagere school in Burdaard. Hij trouwde en ging wonen in de woning voor het schoolhoofd, bij de lagere school, nu Eewal 49.
Meester Klok was in Akkerwoude, de Dokkumer Wâlden en de provincie Fryslân betrokken bij tal van verenigingen en instellingen, o.a.: Volksonderwijs (later voorzitter van de Kring Friesland), de geheelonthouding, de SDAP- en later de PvdA-afdeling, de Vereniging voor Ziekenhuisverpleging, de gymnastiekvereniging Nut en Nocht, de Landarbeidersbond, de Bestuurdersbond Dantumadeel, de Bond voor Staatspensionering, de Vredesbeweging, de stichting Eigen Gebouw. Hij genoot door zijn activiteiten en zijn optreden in Akkerwoude en verre omstreken in brede kring een groot vertrouwen.
Vanaf 1935 had hij voor de SDAP zitting in de Provinciale Staten van Fryslân en na de Tweede Wereldoorlog voor de PvdA, die hij in Fryslân had helpen oprichten. Hij werd toen voorzitter van het gewest Fryslân van de PvdA en later ook fractievoorzitter en lijsttrekker voor de regio Dokkum.
In de oorlog speelde hij een belangrijke rol in het verzet als lid van het Driemanschap in Dantumadeel.
Meester Klok, zoals hij in de Dokkumer Wâlden ook na zijn benoeming tot burgemeester van het Bildt bekend bleef, overleed in 1984 in Beetsterzwaag op 91-jarige leeftijd. Behalve het standbeeld is er in Damwoude ook een straat naar hem genoemd, de Meester Klokweg. In Sint Annaparochie is een Burgemeester Klokstraat.
Van 1917 tot 1923 was Jakob Klok hoofd van de openbare lagere school in Burdaard. Hoewel er In dit overwegend christelijke dorp geen afdeling van de SDAP was, de Sociaal Democratische Arbeiders Partij, heeft de nog jonge schoolmeester van zijn politieke en maatschappelijke overtuigingen ook hier zeker geen geheim gemaakt.
Waarschijnlijk heeft hij in Burdaard de stoot gegeven of in elk geval meegewerkt aan de oprichting van een afdeling van de Nederlandse Vereniging tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken.
Verder was hij in elk geval lid en bestuurslid (voorzitter?) van de plaatselijke afdeling van de Vereniging voor Volksonderwijs. Rond 1920 was hij ook voorzitter van het ‘Onderwijzersgezelschap Dantumadeel’ een verband van onderwijzers van de openbare scholen in de gemeente.
Of hij in Burdaard nog andere functies bekleedde, is niet bekend en evenmin in hoeverre hij zich al daadwerkelijk met de arbeidersbeweging bemoeide, zoals later. Maar het feit dat bij zijn overplaatsing naar Akkerwoude door een aantal inwoners van Burdaard een poging gedaan werd om te voorkomen dat er opnieuw een ‘rode’ onderwijzer benoemd zou worden, spreekt boekdelen.
Met behulp van het hoofdbestuur van Volksonderwijs wist Klok dit rumoer te bezweren.
Toen Jakob Klok in 1923 op eigen verzoek naar de grotere school van Akkerwoude werd overgeplaatst was hij daar zeer welkom. Na enkele maanden was hij al voorzitter van de tamelijk bloeiende afdeling van de afdeling Dokkumer Wâlden van de Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken (NV). Tot 1947 vervulde hij voor deze afdeling verschillende bestuursfuncties, o.a. die van secretaris, maar het vaakst die van voorzitter.
Hij sloot zich ook aan bij de afdeling Akkerwoude van de SDAP. In elk geval vanaf 1927, maar misschien al eerder, ging hij hierin ook een belangrijke rol spelen, eerst als secretaris, later ook als voorzitter.
Daarnaast was hij betrokken bij tal van andere verenigingen en instellingen.
Door zijn activiteiten, zijn betrokkenheid en zijn hulpvaardigheid voor mensen die het moeilijk hadden, en dat waren er in die jaren nogal wat, werd hij in de hele regio van de Dokkumer Wâlden een bekende en markante figuur die groot vertrouwen genoot. Zijn scheiding in 1929 en het nieuwe huwelijk met Aukje Anna Blumers het jaar daarop, veranderde daaraan niet veel, al veroorzaakten deze gebeurtenissen in het Akkerwoude van die tijd wel het nodige rumoer.
Klok bemoeide zich met allerlei maatschappelijk onrecht waar hij dat maar zag. Hij maakte ook deel uit van de Landarbeidersbond en de Besturenbond Dantumadeel. Hij werd in velerlei opzicht een tegenstrever van de toenmalige burgemeester Ties Nauta. Bekend is o.a. het verhaal van de korting op de steunuitkering die Nauta wilde doorvoeren bij mensen die een kip, een geit, een schaap of een koe hadden. Vooral door toedoen van Klok moest de maatregel teruggedraaid worden. Er waren ook tal van andere aanvaringen tussen de aartsconservatieve Nauta en de socialist Klok.
Veel mensen deden in die jaren een beroep op meester Klok en waar hij kon, probeerde hij hen op zijn rustige en integere manier bij te staan.
Daarnaast had hij energie genoeg om zich ook in te zetten voor de ‘kleinere’ dingen in het dorpsleven. Hij richtte een gymnastiekvereniging op, ijverde voor een eigen drankvrij gebouw voor de NV, de SDAP en de NVV, was als administrateur en ‘oom Jaap’ medewerker aan een blad voor het openbaar onderwijs, was in een blaadje van een winkeliersvereniging ‘tante Jo’, zat in de Vereniging voor Ziekenhuisverpleging, enz.
Kloks verzet tegen de Duitse bezetter begon voor hem zelf bijna ongemerkt. Hij gaf in zijn school in Akkerwoude gelegenheid voor bijeenkomsten van de SDAP, zolang deze vergaderingen waren toegestaan. Later vonden ook illegale bijeenkomsten plaats op de zolder van de winkel van Kloks schoonvader Sipke Blumers aan de Molenweg in Murmerwoude. Toen een kennis kwam vragen om adressen voor onderduikers was dat een duidelijker stap in de richting van verzet, gevolgd door het daadwerkelijk onderbrengen van mensen, op vaak wat meer afgelegen boerderijen. Ook begon hij toen met het ophalen van geld voor de vrouwen van onderduikers die onverzorgd achterbleven.
Inmiddels was hij ook begonnen met het ‘ritselen’ met bonkaarten in verband met de distributie, of beter: de rantsoenering van voedingsmiddelen en andere artikelen, zoals kleding. Ook was hij al snel betrokken bij het vervalsen van identiteitsbewijzen. Hij werkte voornamelijk in z’n eentje. Eind 1942, begin 1943 nam het verzet een hardere en meer gestructureerde vorm aan. Samen met timmerman-aannemer Klaas Wijbenga uit de Valom en gemeenteambtenaar Douwe de Vries vormde Klok een driemanschap dat leiding gaf aan de illegale activiteiten in Dantumadeel. In elk dorp was een hoofdcontactpersoon die op zijn beurt weer over verschillende contactpersonen beschikte. Binnen het driemanschap was Klok belast met de afdeling onderduikers en alles wat daarbij hoorde.
Vanaf dat moment was Klok, in de illegaliteit bekend als Jansma, bijna onafgebroken in de weer. Door hemzelf of via hem werden tientallen veelal joodse onderduikers ondergebracht op veilige adressen. Zelf ‘logeerde’ hij in verband met de veiligheid in deze tijd op meer dan vijfentwintig verschillende adressen. Klok gold voor velen als uiterst betrouwbaar en moedgevend in deze donkere tijden. ‘Zijn rustige uitstraling, zijn kalme stem en zijn overtuigende spreektrant boezemden ontzag in. Bang was hij evenmin, want bij diverse razzia’s stapte hij doodgemoedereerd tussen de rijen Duitse militairen en diens Nederlandse handlangers door.’ (Friesch Dagblad 29 oktober 1997; zie: Pers). Zo werd het volkomen geaccepteerd (en gewaardeerd!) dat de als niet-kerkelijk en niet-gelovig bekendstaande Klok op een zondagmorgen de preken van de dominees Engelsma en Wijnia in de Hervormde en Gereformeerde Kerk onderbrak om te waarschuwen voor een razzia van landwachters en dreigende arrestatie van jonge mannen voor de Arbeitseinsatz.
Het vertrouwen dat hij genoot, heeft hem in de oorlogstijd waarschijnlijk meermalen voor arrestatie behoed. Zijn buren hielden een oog in het zeil en waarschuwden soms voor dreigend gevaar. Veel N.S.B’ers moeten ook van zijn activiteiten geweten hebben, maar òf ze deinsden er voor terug hem te verraden, òf ze wachtten op een beter moment om een grotere slag te slaan. Het kwam voor dat kinderen van N.S.B.’ers die bij hem in de klas hadden gezeten, of nog zaten, hem kwamen waarschuwen: ‘Ze (landwachters, N.S.B’ers) zaten te praten bij ons thuis in de kamer, er komt een razzia en ze hebben het heel vaak over u gehad.’ Ook toen Klok in januari 1945 definitief ‘verdween’, bleek via een van de kinderen van een NSB’er dat ze heel goed wisten waar meester Klok zat.
Op 14 april 1945 werd Dantumadeel bevrijd. Klok heeft vanaf het balkon van het gemeentehuis al zijn invloed aangewend om te voorkomen dat de feestvreugde te vroeg losbarstte omdat nog niet alle gevaar geweken was. Ook kon hij door zijn beheerste optreden voorkomen dat men zich in zijn blijdschap en in blinde woede tegenover de landverraders overgaf aan excessen.
Na de oorlogsjaren werd hij eerst waarnemend burgemeester van Kollumerland c.a. en later, tot aan zijn pensionering in 1958 burgemeester van Het Bildt.
(over Jacob Klok is een boek geschreven: “Die rooie schoolmeester van Akkerwoude”)